Nieuwe cijfers over de doorstroomtoets en wat jij als ouder moet weten

Blogs

Basisonderwijs

7 min

25.6.2025

Nieuwe cijfers over de doorstroomtoets en wat jij als ouder moet weten

Nieuwe cijfers laten zien dat de doorstroomtoets de ongelijkheid juist vergroot. In deze blog lees je hoe dat zit en wat het betekent voor jouw kind.

Geschreven door

Sanne de Brouwer

Gelijke kansen. Dáár zou de doorstroomtoets voor zorgen. Kinderen met gelijke talenten zouden gelijke kansen krijgen, ongeacht woonplaats of achtergrond. Dat was het idee. Maar recente cijfers laten iets anders zien. We zijn nu twee jaar verder en de uitkomsten per toetsaanbieder blijken sterk uiteen te lopen.

Voor ouders roept dat natuurlijk vragen op. Hoe weet je of jouw kind straks de beoordeling krijgt die écht past? In deze blog nemen we de cijfers met je door, checken we wat het betekent voor jouw kind en beantwoorden we de meest gestelde vragen van ouders.

Hoe zat het ook alweer?

We maken een kleine sprong terug in de tijd. In februari 2023 werd het wetsvoorstel doorstroomtoetsen aangenomen. De doorstroomtoets – ook wel bekend als de eindtoets of Cito-toets – moest een einde maken aan de kansenongelijkheid in het basisonderwijs. Dat betekende: éérst goed meten, dán pas een definitief schooladvies.

Nieuw was de afspraak dat scholen hun advies naar boven móéten bijstellen als de toets daarvoor aanleiding geeft. Ook kwam er één centrale aanmeldweek, zodat alle leerlingen tegelijk een plek op de middelbare school kunnen kiezen.

Op papier klonk dat allemaal best goed. Maar uit een nieuwe rapportage van de PO-Raad (sectorvereniging voor het primair onderwijs) blijkt dat de verschillen tussen leerlingen, scholen én toetsaanbieders juist groeien.

De cijfers op een rij

6

Verschillende toetsaanbieders waaruit scholen kiezen.

88%

Van bo-leerlingen maakten de LIB- of IEP-toets.

19 - 37%

Spreiding vwo-adviezen tussen toetsaanbieders.

🔍 Bron: Themarapportage Doorstroomtoets 2025, PO-Raad

Hoe ontstaan die verschillen?

Iedere toetsaanbieder gebruikt een eigen normering. Bij aanbieder A moet je kind misschien 60 goede antwoorden geven voor een vwo-advies, terwijl aanbieder B de vwo-lat al bij 55 juiste antwoorden legt.

De onderwijsinspectie kijkt bovendien of leerlingen het basisniveau 1F en het hogere streefniveau 1S/2F halen. Maar ook die drempels verschillen per toets. Met andere woorden, ook al presteren leerlingen hetzelfde, ze kunnen toch een ander toetsadvies krijgen – afhankelijk van de toets die ze maken. Zucht.

Verder blijkt uit het rapport dat scholen met een lagere schoolweging – oftewel scholen waar gemiddeld hoger opgeleide ouders zitten – het vaakst hun adviezen naar boven bijstellen als de toets daar aanleiding toe geeft. Kinderen op scholen in een minder kansrijke omgeving (hoge schoolweging) profiteren minder van dat kansrijk bijstellen.

Wat betekent dat voor jouw kind?

We pakken het voorbeeld van die toetsaanbieders er weer even bij. Stel, jouw kind maakt 58 opgaven foutloos.

  • Bij aanbieder B (vwo-grens = 55) krijgt hij of zij het stempel vwo-potentieel. De leerkracht bespreekt meteen de mogelijkheid van een vwo- of havo/vwo-brugklas.
  • Bij aanbieder A (vwo-grens = 60) komt dezelfde score nét te kort. Het voorlopige advies blijft havo.

Het gaat om een handvol punten, maar deze punten bepalen wél in welke brugklas je kind straks belandt. Zit je ook nog op een basisschool met een hoge schoolweging? Dan is de leerkracht vaak voorzichtiger met het bijstellen van het advies. En zo kunnen dezelfde prestaties twee heel verschillende routes opleveren.

Veelgestelde vragen van ouders

Maakt het uit welke toets onze school kiest?

Ja, dat kán uitmaken. Door de verschillen in normering kan dezelfde score bij de ene aanbieder tot een hoger (of juist lager) advies leiden dan bij een andere. Je school bepaalt zelf welke toets ze gebruiken.

💡 Stel op de ouderavond gerust de vraag welke toets jouw school kiest en waarom.

Wanneer moet het schooladvies worden bijgesteld?

Alleen als het toetsadvies hóger uitvalt dan het voorlopige advies. Is het toetsadvies lager, dan kán de school bijstellen, maar dat is niet verplicht. Een tegenvallende toets betekent dus niet automatisch dat het schooladvies naar beneden wordt bijgesteld.

Wat betekenen die referentieniveaus 1F en 1S/2F eigenlijk?

1F staat voor het fundamentele taal- of rekenniveau dat elk kind aan het einde van de basisschool zou moeten halen. 1S/2F is het hogere streefniveau dat past bij theoretisch vervolgonderwijs (havo/vwo).

Omdat elke toetsaanbieder eigen grenzen hanteert, zegt zo'n hoog of laag 1S/2F-percentage uiteindelijk meer over de toets dan over jouw kind. Focus dus niet te veel op die percentages.

Kan mijn kind later nog van niveau wisselen?

Zeker! Het advies in groep 8 bepaalt op welk niveau je kind start, maar het legt niets definitief vast. Van niveau veranderen kan altijd nog. Veel scholen werken bijvoorbeeld met gemengde klassen, zoals vmbo-t/havo brugklassen, zodat kinderen nog wat langer op meerdere niveaus kunnen werken.

💡 Er zijn veel wegen naar een diploma. Het advies van groep 8 is belangrijk, maar niet het einde van het verhaal.

Wij houden het in de gaten

Zodat jij dat niet hoeft te doen. Het is nogal wat informatie, en we snappen dat het even moet bezinken. De doorstroomtoets werd ingevoerd om kansen eerlijker te maken, maar zover zijn we nog niet.

Wij blijven daarom altijd de rapporten, cijfers en besluiten in het onderwijs volgen. Zo kunnen we onze trainingen en bijlessen voor groep 7 en 8 steeds aanpassen aan wat nú telt, en kan jij met al je vragen bij ons terecht.

Heb je na het lezen nog twijfels of wil je gewoon sparren? Stuur ons gerust een bericht! Of neem hier contact met ons op. We denken graag met je mee!

We can change this here.

We can change the title here.

And we can change the text and contents here.

Bericht

Thank you! Your submission has been received!
Oops! Something went wrong while submitting the form.

Meer lezen over onze activiteiten?